Dag 17 Giant's Castle naar Golden Gate Nat. Park

De koffers weer gepakt na een lekker ontbijt en weer onderweg naar het Glen Reenen Camp gelegen in het Golden Gate National Park, een van de mooiste nationale parken van Zuid-Afrika. Weer een rit van 255 km (ongeveer 4 uur rijden). Het rondje Johannesburg-Johannesburg is dan bijna af. We raken er steeds meer aan gewend, het koffers pakken en reizen. Het eerste gedeelte ging weer flink omlaag via een andere weg dan we de heenweg waren gereden. We kwamen op een gegeven moment weer op de snelweg N3 en reden richting Harrismith. Daar kon je goed doorrijden. Toen we van de snelweg afgingen reden we richting het Golden Gate National Park. De omgeving werd steeds mooier en toen we door de entrance gate in het National Park waren was het weer een geweldig uitzicht. Hele mooie bergen, veel zandsteen en met de schijnende zon erop zag dat er heel mooi uit. Ook kon je in de verte nog de Drakensberge zien. Op een gegeven moment kwamen we aan bij het Glen Reenen Camp. Een soort bungalowparkje, maar dan met rondavels (ronde huisjes) gelegen tussen de mooie bergen met een fantastisch uitzicht. Bij de receptie werd er weer snel getest of er wifi was, we waren immers al een paar dagen verstoken van wifi. Er was wifi, niet al te best maar toch. De berichtjes werden snel binnengehaald en na het inchecken gingen we eerst een lunch nuttigen bij het Golden Gate Hotel op een kleine afstand van het Camp. Hier gaan we de volgende morgen ook ontbijten. Het was inmiddels al 15:00 uur. Even de koffers binnengezet in de huisjes en de kacheltjes aangezet. Het was hier behoorlijk koud ondanks een heldere hemel en een felle zon. Dat kwam met name doordat het hier flink waaide. Dat bleek bij navraag gebruikelijk te zijn in dit gebied. We besloten om nog een paar “loops” te rijden in de omgeving. Onderweg een paar keer gestopt bij mooie “Viewing Points”. Gerard en Suzan stapten alleen uit voor het maken van foto’s. Dat was geen pretje, we werden bijna omver geblazen door de flinke wind. Er was ook een punt waar er aasgieren zouden kunnen zitten. Ze werden daar gevoederd. Toen we daar aankwamen zaten we in een hokje met ramen waar we doorheen konden kijken. Het moest stil zijn, anders zouden de aasgieren kunnen schrikken. Er lagen wat kadavers op de grond en ook skeletten van dieren. Jammer genoeg zaten er op dat moment geen aasgieren, dus die hebben we niet gezien. Toen maar weer verder gereden en terug naar onze huisjes. We kregen het niet echt warm en waren dan ook van plan om ’s avonds na het avondeten in het hotel te blijven, waar het wel warmer zou zijn. Er was een buffet in het restaurant, waar we lekker van gegeten hebben. Toen zijn we lekker op een loungeset gaan zitten, waar Gerard zijn reisverslag bij kon werken.